-
1 een lege maag hebben
een lege maag hebben -
2 met een lege/volle maag
met een lege/volle maagon an empty/a full stomachVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een lege/volle maag
-
3 maag
♦voorbeelden:op de nuchtere maag • à jeuneen sterke maag hebben • avoir un estomac d'autrucheeen volle maag hebben • avoir le ventre pleineen vuile maag hebben • avoir l'estomac barbouilléeen rommelende maag hebben • avoir l'estomac qui gargouillede maag uitpompen • faire un lavage d'estomaciemand iets in de maag splitsen • 〈 ermee opschepen〉 refiler qc. à qn.; 〈 duur verkopen〉 estamper qn.hij zit ermee in z'n maag • 〈 kan het niet kwijtraken〉 ça lui reste sur l'estomac; 〈 zit ermee verlegen〉 il en est bien embarrassémijn avondeten ligt me zwaar op de maag • mon dîner m'est resté sur l'estomacmijn maag is van streek • j'ai l'estomac dérangé -
4 maag
1 stomach♦voorbeelden:met een lege/volle maag • on an empty/a full stomachop een nuchtere maag • on an empty stomacheen zwakke maag • a weak stomachmet zijn maag sukkelen, het aan zijn maag hebben • suffer from stomach/gastric troubledaar krijg je het van aan je maag • that's bad for your stomach〈 figuurlijk〉 iemand iets in de maag splitsen • 〈 ergens mee opschepen〉 fob/palm something off on someone; 〈 duur verkopen〉 make someone pay through the nose for something〈 figuurlijk〉 ergens mee in zijn maag zitten • 〈 ergens mee verlegen zitten〉 be worried about/troubled by something; 〈 ertegen opzien〉 dread having to do something〈 figuurlijk〉 ze zitten er behoorlijk/lelijk mee in hun maag • they're at their wits' end what to do about ithet toetje lag nogal zwaar op de maag • the dessert was rather fillingals ik paprika eet, krijg ik last van mijn maag • peppers disagree with mevan al dat vette eten raakte zijn maag van streek • all that greasy food upset his stomach -
5 empty belly
een lege maag -
6 ventre
ventre [vãtr]〈m.〉1 buik2 buikholte ⇒ maag, moederschoot♦voorbeelden:bas ventre • onderbuikavoir du ventre • een buikje hebbencourir ventre à terre • lopen zo snel als men kanavoir qc. dans le ventre • fut in zijn lijf hebbenchercher à savoir ce que qn. a dans le ventre • willen weten wat iemand van plan isse remplir le ventre • zich vol etenm1) buik2) maag -
7 empty
adj. leeg--------v. ledigenempty1[ em(p)tie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: empties〉♦voorbeelden:————————empty2〈bijvoeglijk naamwoord; emptier〉♦voorbeelden:empty of • zonder, verstoken van————————empty3〈 emptied〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 on an empty stomach
op een lage maag———————— -
9 belly
n. buik--------v. buik; uitsteken; opgeblazen[ bellie] 〈meervoud: bellies〉4 → belly laugh belly laugh/♦voorbeelden:3 the belly of an aeroplane • de buik/onderkant van een vliegtuig -
10 léger
léger [leezĵee],légère [leezĵer]2 dun ⇒ fijn, luchtig3 rank ⇒ soepel, lenig4 oppervlakkig ⇒ lichtzinnig, lichtvaardig♦voorbeelden:huile légère • vluchtige oliematelot léger • lichtmatroosthé léger • slappe theevoix légère • hoge stemles plus légers que l'air • luchtballonsfille légère • oppervlakkig meisjeavoir la tête légère • een leeghoofd zijnêtre léger • roekeloos zijn〈 bijwoord〉 à la légère • lichtzinnig, lichtvaardigprendre les choses à la légère • de dingen luchthartig, te gemakkelijk opnemen= légère; adj1) licht, zwak, gering2) dun, fijn3) soepel, lenig4) lichtzinnig5) pikant, schuin -
11 with an empty belly
-
12 creux
creux1 [kreu]〈m.〉2 holte ⇒ kuiltje, verdieping♦voorbeelden:1 avoir un creux dans l'estomac • honger, een lege maag hebbencreux de la voile • buik van het zeil————————creux2 [kreu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉♦voorbeelden:joues creuses • ingevallen wangen3 tête creuse • leeghoofd, oppervlakkig iemandvoix creuse • holle, diepe stem1. m1) holte, uitholling, inzinking2) kuiltje, verdieping3) dal, dieptepunt [economie, politiek]2. creux/-euseadj -
13 avoir l'estomac léger
avoir l'estomac léger -
14 avoir le ventre creux
avoir le ventre creux -
15 avoir un creux dans l'estomac
avoir un creux dans l'estomachonger, een lege maag hebbenDictionnaire français-néerlandais > avoir un creux dans l'estomac
-
16 vullen
1 [algemeen] remplir2 [plomberen] plomber♦voorbeelden:zijn maag vullen • se remplir l'estomacdie lege plaats moet weer gevuld worden • cette place vide doit être occupéeeen goed gevulde portemonnee • un portefeuille bien garnistoelen vullen • rembourrer des fauteuilsde zaal begint zich te vullen • la salle commence à se remplirde wind vult de zeilen • le vent gonfle les voileseen kip met gehakt vullen • farcir un poulet de viande hachée→ link=tijd tijd
См. также в других словарях:
Auge — 1. Ab Auge, ab Herz. (Luzern.) 2. Als das aug erfüllet, so ist dem bauch genug gethan. – Henisch, 152. 3. An den Augen sieht man, was einer ist und was er kann. 4. An den augen tevblein vnd in den hertzen tevflein. – Trymberg, Renner, um das Jahr … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon